Nellie van Kol

Bij de daaropvolgende discussies in de Straatnamencommissie werd inderdaad het voorstel gedaan in Maaspoort bij de te benoemen straten rekening te houden met belangrijke Bossche vrouwen. In januari 1987 heeft de Bossche gemeenteraad straten genoemd naar onder anderen Marie Koenen, Anna van Asseldonk, To Janssen (1888-1968, sociaal-democrate, oprichtster van de PvdA in Den Bosch), Hester van Griensven (overleden in 1651, fundatrice van een gasthuis en van beurzen) en naar Nellie van Kol. Deze laatste werd niet genoemd in de brief van de Vrouwenraad.

Op 12 december 1851 werd in 's-Hertogenbosch Jacoba Maria Petronella Porreij geboren. Haar roepnaam was waarschijnlijk Nellie (althans zo noemde zij zich later). Haar ouders waren David Porreij en Sophia Neirinckx. Vader David was commies bij de rijksbelastingen; het gezin was Nederlands Hervormd.

Regelmatig is het gezin Porreij en Sophia Neirinckx verhuisd. Het woonde eerst op de Markt, later op de Kanaaldijk (= Zuid-Willemsvaart; hier ook is Nellie geboren), de Kolperstraat, Hinthamerstraat en Breede Haven. Korte tijd heeft het gezin in Someren gewoond en na de dood van David Porreij verbleef het gezin enkele maanden in Berlicum. Op 20 oktober 1865 vertrok het vaderloze gezin definitief uit 's-Hertogenbosch, naar Sambeek.

Het meisje Porreij vertrok in 1875 naar Nederlands Oost-Indië. Daar leerde zij de ingenieur Henri van Kol kennen met wie zij trouwde. Beiden waren de socialistische belangen toegewijd. Van Kol was mede-oprichter van de sociaal-democratische arbeiderspartij; o.a. schreef hij onder een pseudoniem 'Christendom en socialisme'.

Nellie van Kol (zoals zij zich als schrijfster steeds genoemd heeft) begint in haar eerste huwelijksjaar met haar activiteiten als publiciste. "Bloemensprookjes" was haar eerste publikatie. Behalve sprookjes schreef zij ook godsdienstige werken ("De bijbel voor kinderen naverteld") en opvoedkundige ("Moeder en kind. Hoe men kiesche onderwerpen met kinderen kan behandelen").

Nellie van Kol was een van de eersten die in ons land de seksuele voorlichting in de openbaarheid besprak. Dat gebeurde o.a. in het door haar opgerichte tijdschrift "De Vrouw" en in het hierboven genoemde "Moeder en kind" (1898). Maar een jaar later al bracht zij de feministen en nieuw-malthusianen een gevoelige slag toe, door geen advertenties uit die hoek meer in haar tijdschrift op te nemen. Reden was dat de geboortebeperking "eene te uitsluitend individueele kwestie is". Zelf geeft zij toe dat haar gewijzigde belangstelling misschien aan haar leeftijd was te wijten: jaren geleden dacht zij duidelijk anders. Nu -in 1899- haalt zij het woord aan van "een oud man met veel en velerlei ervaring": "De geslachtsdrift is de grootste geesel der menschheid, maar dat bemerkt men eerst gaandeweg".

Toch wordt Nellie van Kol nog steeds beschouwd als een van de eerste Nederlandse feministen. In 1930 overleed zij te Utrecht.